, [], Genesis 49:10: The Arrival of Shiloh; Isaiah 25:9: We waited for the LORD saving us; Philippians 2:8: Christ's obedience even unto death
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, Ik zal [9]zenden, en nemen alle [10]geslachten van het noorden, spreekt de HEERE; en [11]tot Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn [12]knecht; en zal ze brengen [13]over dit land, en over de inwoners van hetzelve, en over al deze volken rondom; en Ik zal ze [14]verbannen, en zal ze stellen tot een [15]ontzetting, en tot een aanfluiting, en tot [16]eeuwige woestheden. 9. Dat is, door mijn verborgen goddelijke regering zal Ik hen doen vergaderen en opkomen, alsof zij door boden en opzettelijk bevel kwamen aantrekken; vergelijk onder hfdst.49 vs.14. 10. Dat is, alle natien, die tegen het noorden wonen. Vergelijk boven hfdst.1 vs.15. 11. Versta, zal Ik zenden, gelijk in het voorgaande; of en Nebukadnezar; te weten, zal Ik nemen, enz. 12. Dien Ik voorgenomen heb te gebruiken tot uitvoering mijner oordelen over vele volken. Vergelijk Jes.44:28, en Jes.45:1, alzo onder hfdst.27 vs.6, en hfdst.43 vs.10. Vergelijk ook onder hfdst.29 vs.4,7,14,20, en hfdst.51 vs.7. 13. Of, tegen, en zo in het volgende. 14. Zie Deut.2:34. 15. Of, schrik; anders, verwoesting. Zie boven hfdst.18 vs.16, en onder vs.18. 16. Hebreeuws, woestheden der eeuwigheid; dat is, langdurige.